In de loopgraven van het grote gelijk

We leven in de loopgraven van het grote gelijk. Wie vandaag een krant openslaat, een nieuwssite bezoekt of zich op sociale media begeeft, wordt onmiddellijk meegezogen in een staat van permanente ideologische oorlogsvoering. Het is een strijd die niet wordt gevoerd met kogels, maar met concepten; een conflict waarbij de wapens niet van staal zijn, maar van taal. Liberalen tegen socialisten, progressieven tegen conservatieven, globalisten tegen nationalisten. Het is een burgeroorlog van goede bedoelingen, een onophoudelijk gevecht tussen mensen die er allemaal van overtuigd zijn dat zij de wereld willen redden.

De heersende diagnose is dat deze polarisatie voortkomt uit onze verschillen, uit onze ondeugden, uit de kwade wil van ‘de ander’. Maar wat als die diagnose fundamenteel onjuist is? Wat als de kern van ons conflict niet ligt in onze slechtste eigenschappen, maar juist in onze beste? Wat als de moderne wereld niet lijdt aan een gebrek aan deugden, maar aan een overvloed aan deugden die op hol zijn geslagen?

Ik denk dat de grote ideologische conflicten van onze tijd in essentie geen gevecht tussen goed en kwaad zijn, maar een tragische familiestrijd tussen goddelijke waarheden die uit hun verband zijn gerukt. Het is een gevecht over de versplinterde ledematen van een Lichaam dat we niet meer als één geheel herkennen. We hebben deugden als barmhartigheid, vrijheid, broederschap en rechtvaardigheid geïsoleerd, ze tot absolute afgoden verheven, en zijn vergeten dat ze alleen in samenhang betekenis hebben.

 Het resultaat is een diepe, culturele ‘surrealiteit’: een mensheid die continu in conflict is over de gefragmenteerde stukken van dezelfde, ene Waarheid.

De Universele Waarheden in Ons Hart

Voordat we de fragmentatie kunnen begrijpen, moeten we de oorspronkelijke eenheid erkennen. Ieder mens, ongeacht cultuur, achtergrond of geloof, wordt geboren met een diep ingebakken moreel kompas. We bezitten een intuïtief begrip van fundamentele waarheden die het louter materiële of pragmatische overstijgen. Dit zijn geen menselijke uitvindingen of sociale constructies; het zijn vonken van een hogere orde, waarheden die in ons hart zijn geschreven hier in Nederland maar ook in China, Chili of Congo.

  • Barmhartigheid: De onmiddellijke, instinctieve reactie om te willen helpen bij het zien van lijden. Het is de impuls die ons doet stoppen bij een ongeluk, die ons een hand doet uitsteken naar een gevallen kind.
  • Vrijheid: Het diepe besef dat een mens geen ding is, geen instrument, maar een doel in zichzelf. Het is de innerlijke opstand tegen slavernij en onderdrukking, de overtuiging dat we geroepen zijn tot autonomie en zelfbeschikking.
  • Broederschap: Het verlangen naar verbinding, naar gemeenschap. Het is het besef dat we fundamenteel op elkaar zijn aangewezen en dat we deel uitmaken van een gedeelde menselijke familie.
  • Rechtvaardigheid: De onwrikbare overtuiging dat er een verschil is tussen goed en kwaad, dat daden consequenties hebben en dat er een morele orde in het universum is.

Vanuit een seculier perspectief kunnen we dit de ‘morele grammatica’ van onze soort noemen. Vanuit een theologisch perspectief is het de werking van de Heilige Geest. 

De katholieke theoloog Karl Rahner sprak in dit verband over de ‘anonieme christen’. Hij stelde dat Gods Geest en genade universeel werkzaam zijn, niet beperkt tot de muren van de Kerk. Iemand kan, zonder het expliciet te weten of te benoemen, leven volgens de impulsen van deze Geest. Dit biedt een krachtig kader om te begrijpen waarom de zoektocht naar barmhartigheid, vrijheid en rechtvaardigheid universele drijfveren zijn, die in elke cultuur en in elk tijdperk opduiken. Het zijn de goddelijke vonken in de menselijke ziel.

Hoe een Deugd een Ideologie Wordt

Het probleem begint op het moment dat we één van deze goddelijke vonken uit het vuur halen, het isoleren en het tot de enige vlam verklaren. Dit is de essentie van de moderne ideologie. De briljante Engelse denker G.K. Chesterton doorzag dit mechanisme haarscherp. Hij schreef:

“De moderne wereld is niet slecht; in sommige opzichten is ze veel te goed. Ze is vol van wilde en verkwiste deugden. Wanneer een religieus schema wordt verbroken (zoals het christendom aan het eind van de Middeleeuwen), worden niet alleen de ondeugden losgelaten. De deugden worden ook losgelaten; en de deugden zwerven wilder rond, en de deugden richten meer vreselijke schade aan. De moderne wereld is vol van de oude christelijke deugden die gek zijn geworden.”

Een ketterij, zo stelde Chesterton, is geen leugen. Het is een waarheid die uit zijn verband is gerukt. Laten we dit mechanisme toepassen op onze ‘gekke deugden’:

  • Barmhartigheid wordt Socialisme: De christelijke deugd van de naastenliefde en de zorg voor de armen wordt geïsoleerd en verabsoluteerd. In zijn extreme vorm wordt de nadruk op het collectief zo dwingend dat de individuele vrijheid, de persoonlijke verantwoordelijkheid en de menselijke waardigheid worden verpletterd onder de wielen van een onpersoonlijke staat.
  • Vrijheid wordt Liberalisme: De christelijke waarheid dat ieder individu een unieke, onvervangbare waarde heeft, wordt losgekoppeld van de gemeenschap. In zijn extreme vorm wordt de nadruk op het autonome individu zo absoluut dat het leidt tot atomisering, eenzaamheid en een hyper-competitieve samenleving waarin de zorg voor de zwakkeren wordt gezien als een belemmering.
  • Broederschap wordt Exclusief Humanisme: Het christelijke ideaal van een universele familie wordt losgezongen van de gemeenschappelijke Vader. Bewegingen als de vrijmetselarij proberen een broederschap te creëren op basis van menselijke rede en verlichting alleen. Het resultaat is onvermijdelijk een nieuwe exclusiviteit: een club van ‘ingewijden’ die zich afzet tegen een ‘onverlichte’ buitenwereld.
  • Rechtvaardigheid wordt de ‘Rechtsstaat’ als Afgod: Het christelijke streven naar een goddelijke orde wordt gereduceerd tot een systeem van menselijke wetten. In zijn perversie wordt het ‘recht’ een doel op zich. Procedures worden belangrijker dan de waarheid, de letter van de wet belangrijker dan de geest van rechtvaardigheid, wat leidt tot een koud en onbarmhartig systeem.

Elke ideologie heeft dus een kern van waarheid, een goddelijke vonk. Maar door die vonk te isoleren, wordt het een verwoestend vuur.

Het Masker van de Zonde – Ideologie als Alibi

Hier komen we bij de diepste en meest pijnlijke laag van de diagnose. Zodra een deugd is verworden tot een ideologie, biedt het een perfect masker voor onze meest duistere, innerlijke drijfveren. De ideologie geeft ons een nobele, hoogdravende taal om onze zonden te rechtvaardigen, niet alleen voor de wereld, maar vooral voor onszelf.

  • Barmhartigheid wordt het masker voor Afgunst. De roep om herverdeling en gelijkheid kan een vroom klinkend alibi worden voor de zonde van jaloezie. Dit zien we direct terug in verkiezingen: groepen met lagere inkomens en minder bezit stemmen statistisch gezien vaker op socialistische en communistische partijen. Hun stem is een perfect gelegitimeerde daad: het is geen persoonlijke hebzucht, maar een stem voor ‘sociale rechtvaardigheid’. De gedachte “de rijken moeten hun deel afstaan voor de armen” wordt de dekmantel voor de veel rauwere gedachte: “Ik haat het dat jij meer hebt dan ik, en ik wil het van je afpakken.” De ideologie van het socialisme biedt een prachtig moreel excuus voor de jaloezie.
  • Vrijheid wordt het masker voor Egoïsme. Het pleidooi voor absolute individuele vrijheid en lage belastingen kan een prachtige dekmantel zijn voor simpele onverschilligheid en de onwil om verantwoordelijkheid te nemen voor de gemeenschap. Dit is de spiegelbeeldige realiteit van ons stemgedrag. Ondernemers, de welgestelden en de hogere middenklasse stemmen overwegend op partijen die belastingverlaging en deregulering beloven, zoals de VVD. Hun stem wordt niet gepresenteerd als puur eigenbelang, maar als een stem voor ‘economische groei’ en ‘persoonlijke vrijheid’. De heroïsche roep “niemand mag mij vertellen wat ik moet doen!” en “minder overheid!” maskeert vaak de veel banalere weigering om via belastingen offers te brengen voor de collectieve voorzieningen die anderen nodig hebben.

    Deze logica van het gemaskeerde eigenbelang strekt zich uit tot elke belangengroep. Studenten pleiten vurig voor meer studiefinanciering en zien dit als een investering in de ‘toekomst van het land’, niet primair als meer geld in hun eigen portemonnee. Ouderen stemmen op partijen die de pensioenen willen verhogen, en framen dit als ‘respect voor de generatie die het land heeft opgebouwd’, niet als een simpele wens voor meer persoonlijk inkomen. Het is de politieke heiligverklaring van de spreuk: ‘als iedereen aan zichzelf denkt, wordt er aan iedereen gedacht’. Maar dit is geen integratie, dit is de optelsom van georganiseerd egoïsme.
  • Broederschap wordt het masker voor Trots. Het verlangen om deel uit te maken van een selecte groep ‘verlichte’ broeders, die de waarheid beter begrijpen dan de rest, is vaak een dun vernislaagje over de oerzonde van de trots. Het is een manier om jezelf intellectueel of spiritueel boven de ‘gewone, onwetende’ massa te verheffen.
  • Recht wordt het masker voor Onbarmhartigheid. Het rigide en onbuigzame vasthouden aan de letter van de wet (“regels zijn regels!”) kan een comfortabel excuus zijn om geen mededogen, geen genade en geen menselijkheid te hoeven tonen. Het geeft ons de toestemming om hard en koud te zijn, onder het mom van ‘rechtvaardigheid’.

De ideologie functioneert zo als een witgewassen graf: aan de buitenkant prachtig en nobel, maar van binnen vol botten. Dit verklaart de immense hypocrisie en de felheid van onze moderne debatten. We vechten niet alleen voor een idee; we vechten voor de rechtvaardiging van onze eigen, diepste en meest zelfzuchtige verlangens.

De Grote Synthese 

Als onze wereld versplinterd is door de fragmentatie van waarheid, hoe vinden we dan de weg terug naar heelheid? De chaos is onoplosbaar zolang we proberen te kiezen tussen de losse ledematen. De vrijheid van het liberalisme zal altijd botsen met de barmhartigheid van het socialisme. De rechtvaardigheid van de wet zal altijd schuren met het ideaal van broederschap. Het is onmogelijk om deze principes op menselijke kracht te verzoenen.

Hier moeten we, zelfs en juist in een seculiere context, de moed hebben om te kijken naar de bron van deze deugden: Jezus Christus. In het christendom vinden we in Jezus al deze schijnbaar tegenstrijdige deugden perfect geïntegreerd. Hij is het summum van allen:

  • Hij is het summum van Barmhartigheid: Hij vertelt de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan en belichaamt die barmhartigheid door te sterven voor zijn vijanden.
  • Hij is het summum van Vrijheid: Hij verkondigt dat “de waarheid u zal vrijmaken” en biedt een innerlijke vrijheid die elke politieke of sociale onderdrukking overstijgt.
  • Hij is het summum van Broederschap: Hij doorbreekt alle sociale en religieuze barrières, eet met hoeren en tollenaars, en sticht een nieuwe familie die niet is gebaseerd op bloed, maar op geest.
  • Hij is het summum van Rechtvaardigheid: Hij stelt dat hij niet is gekomen om de Wet af te schaffen, maar om die te vervullen, en belichaamt een hogere, goddelijke rechtvaardigheid die tegelijkertijd volmaakt genadig is.

In Christus is er geen tegenstelling. Zijn rechtvaardigheid is nooit onbarmhartig. Zijn vrijheid is nooit egoïstisch, maar leidt juist tot dienstbaarheid. Zijn broederschap is radicaal inclusief. Hij is de levende, wandelende integratie van alle deugden in één Mens. Hij toont aan dat deze waarheden geen tegenstanders van elkaar zijn, maar verschillende facetten van dezelfde diamant.

Voorbij de Loopgraven, Terug naar de Persoon

De moderne ideologische oorlog is, om de centrale metafoor nogmaals te gebruiken, een gruwelijk gevecht over de losgerukte ledematen van Christus, gevoerd door mensen die Zijn Lichaam niet meer herkennen. De liberalen zwaaien met Zijn arm van vrijheid, de socialisten met Zijn hart van barmhartigheid, de juristen met Zijn vinger van de wet. En in hun strijd om te bewijzen dat hun deel het belangrijkste is, vertrappen ze de rest.

De uitweg uit onze polarisatie is niet het kiezen van een ‘betere’ ideologie of het creëren van een nieuw, nog perfecter systeem. De weg vooruit is een beweging terug: terug van de abstracte ideologie naar de concrete deugd, en van de gefragmenteerde deugd naar de geïntegreerde Persoon die de bron ervan is.

Dit is geen oproep tot een politieke theocratie, maar tot een intellectuele en spirituele heroriëntatie. Het vraagt ons om te stoppen met ons te verschuilen achter de maskers van onze nobele idealen en de zonden daaronder eerlijk onder ogen te zien. Het vraagt ons de goddelijke vonk in onze tegenstander te herkennen, en te beseffen dat de waarheid die zij verdedigen ook een deel is van het grotere geheel.

De enige manier waarop de deugden van vrijheid, barmhartigheid en rechtvaardigheid weer in harmonie kunnen samenleven, is wanneer ze opnieuw verankerd worden in de bron die hen betekenis en balans geeft. Pas dan kunnen we stoppen met vechten over de dode ledematen en het levende Lichaam van de Waarheid herontdekken.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *