De Ordening van de Wil: Het Ware Antwoord op Satan.

Waarom de strijd tegen verleiding niet met wilskracht, maar met een op God gericht hart wordt gewonnen.


In de spirituele begeleiding en de populaire christelijke cultuur is de strijd tegen verslaving – met name die van pornografie – vaak omlijst in de taal van oorlog. We moeten “de strijd aangaan”, “de duivel bestrijden” en “de overwinning behalen”. Deze metafoor, hoewel goedbedoeld, is niet alleen theologisch onnauwkeurig, maar voor velen ook een recept voor uitputting en wanhoop. Wat als de kern van het probleem niet ligt in een gevecht dat wij moeten winnen, maar in de oriëntatie van onze eigen wil? Wat als Christus’ ontmoeting met de verleider in de woestijn ons geen strijdplan biedt, maar een paradigma van een volmaakt geordende ziel?

De Misleidende Metafoor van de Strijd

De notie van een “battle” suggereert een conflict tussen twee min of meer gelijkwaardige partijen. Het roept een dualistisch beeld op waarin het individu, met zijn eigen wilskracht, het opneemt tegen een externe, kwade macht. Maar de katholieke theologie leert ons anders. Satan is geen tegen-god; hij is een schepsel. Een gevallen engel, wiens macht oneindig veel kleiner is dan die van zijn Schepper. De Kerkvaders, met name de heilige Augustinus, hebben ons geleerd dat de menselijke wil sinds de zondeval gewond, verzwakt en innerlijk verdeeld is. Hoe kunnen wij dan, met een dergelijk gebrekkig instrument, een “gevecht” aangaan met een preternatuurlijk, intelligent wezen?

Het resultaat is voorspelbaar: we “vechten”, we falen, we voelen ons schuldig en zwak, en we proberen het opnieuw, enkel om in dezelfde cyclus van uitputting terecht te komen. De methode zelf is verkeerd, omdat het de aard van het probleem miskent. We zijn niet toegerust voor dit gevecht, omdat het geen gevecht is.

De Ware Aard van de Tegenstander: Aanklager met Passend Respect

Jezus gaat in de woestijn het gevecht niet aan. Hij schreeuwt niet, Hij gaat geen fysieke confrontatie aan. Hij benadert de verleider met een autoriteit die voortkomt uit Zijn goddelijke natuur, maar ook met een vorm van – en dit is cruciaal – passend respect. Dit is geen eerbied of bewondering, maar de erkenning van de realiteit van wie Satan is: een engel, een geestelijk wezen met een plaats in de geschapen orde, ook al is zijn rol nu die van aanklager (ha-satan in het Hebreeuws, zoals we zien in het boek Job). Hij is onderdeel van een hemelse realiteit en moet serieus genomen worden, niet als een stripfiguur met een hooivork.

Jezus’ benadering toont ons dat paniek, agressie of een machtsstrijd de verkeerde reactie is. Hij behandelt de verleider niet als een vijand op het slagveld, maar als een aanklager die een voorstel doet. En dat brengt ons bij de kern.

Het Voorstel en de Geordende Wil

Een verleiding is in essentie niets meer dan een voorstel (proposal). De aanklager legt een scenario voor: “Als U de Zoon van God bent, beveel dan dat deze stenen broden worden.” Dit voorstel is alleen aantrekkelijk – het wordt pas een verleiding – als de wil van de toehoorder ongeordend is.

Een voorbeeld: als iemand u een bord modder aanbiedt als maaltijd, is dat geen verleiding. Het voorstel is absurd en onaantrekkelijk. Maar als u probeert te vasten en iemand biedt u uw favoriete gerecht aan, is het voorstel plotseling zeer verleidelijk. Het probleem ligt niet in het voorstel zelf, maar in de reeds bestaande, ongeordende neiging in uw eigen wil.

Voor Jezus, wiens wil volmaakt geordend is op de Vader, zijn de voorstellen van Satan als een bord modder. Ze hebben geen aantrekkingskracht. Zijn antwoord is dan ook geen tegenaanval, maar een eenvoudige herbevestiging van de juiste orde: “Er staat geschreven: ‘Niet van brood alleen leeft de mens…’”. Hij richt Zijn wil en die van ons weer op wat werkelijk voedzaam is: de wil van God.

De strijd tegen verslaving is dus geen gevecht tegen een verleidelijk voorstel. Het is de innerlijke discipline van het herordenen van de eigen wil, zodat het voorstel zijn aantrekkingskracht verliest. De vraag is niet: “Hoe win ik van de lust?”, maar: “Verlang ik, met heel mijn hart, naar de orde van God?”

Van Job tot Nu: De Constante Uitdaging

Dit patroon zien we ook bij Job. Satan stelt God voor om Jobs trouw te testen. Door rampspoed, ziekte en pijn wordt Job tot het uiterste gedreven. Zijn lijden is een context waarin de ware richting van zijn wil zichtbaar wordt. Ook hier zien we dat Satan opereert binnen de door God toegestane grenzen. De uiteindelijke vraag aan Job is niet of hij Satan kan verslaan, maar of hij trouw kan blijven aan God, zelfs wanneer de goddelijke orde onbegrijpelijk lijkt.

In onze tijd presenteert de aanklager voorstellen die perfect zijn afgestemd op onze moderne, ongeordende verlangens. In een wereld van stress, eenzaamheid of onzekerheid, fluistert hij het voorstel in van pornografie: een snelle, gemakkelijke vluchtroute die troost, genot en controle belooft. Voor een ziel wiens wil niet stevig in God is verankerd, klinkt dit als een redelijk, zelfs aantrekkelijk aanbod. Het “ja” tegen de verleiding is dan geen nederlaag in een gevecht, maar de logische uitkomst van een reeds verkeerd georiënteerde wil.

De Weg Vooruit: Genezing in Plaats van Oorlog

Als de diagnose verandert, moet de remedie ook veranderen. De weg naar vrijheid is geen militaire campagne, maar een proces van genezing en heroriëntatie.

  1. Stop met Vechten, Begin met Richten: Verleg de focus van het “nee” zeggen tegen de zonde naar het “ja” zeggen tegen God. Vul uw geest en hart niet met de strijd tegen de duisternis, maar met het verlangen naar het Licht. De leegte die verslaving achterlaat, kan alleen gevuld worden met een groter goed.
  2. Genezing door Genade: Erken dat onze wil te zwak is om zichzelf te herordenen. Dit is het werk van Gods genade, die we ontvangen door gebed, de sacramenten (in het bijzonder de biecht en de eucharistie) en het lezen van de Heilige Schrift.
  3. De Autoriteit van Christus: In plaats van te strijden in eigen naam, plaats uzelf onder de autoriteit van Christus. Zijn antwoord in de woestijn is ons antwoord. Zijn geordende wil kan, door de genade, de onze worden.

De middelen van Satan mogen groot zijn, en hij dient inderdaad met de ernst van een geestelijke realiteit behandeld te worden. Maar de uiteindelijke oplossing is verrassend eenvoudig. Het is geen complexe strategie, maar een fundamentele keuze. Willen wij werkelijk leven naar de orde van God? Als dat verlangen, gevoed door genade, groter wordt dan elk ander verlangen, verliest het voorstel van de aanklager zijn kracht. Het wordt wat het werkelijk is: een smakeloos en leeg aanbod in het licht van de glorieuze feestmaaltijd die onze Vader voor ons heeft bereid.


Meer dan een afbeelding van het kwaad, is Cabanels Gevallen Engel (1847) bij dit artikel een portret van de gevolgen ervan. De traan in zijn oog is niet die van een rebel, maar van een balling. Het is de pijnlijke eenzaamheid die volgt op een van God losgeslagen wil. Elke verleiding is een uitnodiging om te delen in deze tragische isolatie. De ordening van onze wil is het antwoord dat ons in verbinding houdt met de Bron van alle liefde.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *