In het begin schiep God de hemel en de aarde. Met deze woorden opent niet alleen het boek Genesis, maar ook de katholieke Geloofsbelijdenis. Het is een fundamentele waarheid van ons geloof: alles wat bestaat, het zichtbare en het onzichtbare, is door God uit het niets geschapen. Deze schepping is geen chaotische oerknal, maar een geordend en hiërarchisch geheel, doordrongen van goddelijke wijsheid. Van het kleinste zaadje dat op wonderbaarlijke wijze uitgroeit tot een plant, tot de onmetelijke uitgestrektheid van het firmament, alles getuigt van een Schepper die alles weet en alles kent.
Deze door God gewilde orde is geen abstract concept, maar een observeerbare realiteit. Kerkvaders als de heilige Augustinus en Johannes Chrysostomus spraken al vol bewondering over de harmonie in de schepping, waarin elk schepsel zijn eigen plaats en doel heeft. Augustinus leerde ons dat de wil van God de diepste oorzaak is van alles wat zichtbaar en tastbaar gebeurt. Johannes Chrysostomus waarschuwde ervoor de schepping louter op haar nut te beoordelen; zelfs de voor ons schadelijke of nutteloos lijkende elementen zijn in zichzelf goed en loven de Schepper.
De Moderne Revolte tegen de Orde
Sinds de zogenaamde Verlichting is er echter een project gaande om deze goddelijke mystiek uit de schepping te bannen. Denkers van het modernisme en stromingen als de vrijmetselarij hebben gepoogd de mens en zijn creaties – de staat, de wetenschap, de industrie – op de troon van de Schepper te plaatsen. De leugen van de evolutietheorie, in haar puur materialistische vorm, werd een centraal dogma van dit nieuwe geloof. Pausen in de 19e en begin 20e eeuw, zoals Pius IX en de heilige Pius X, hebben met grote helderziendheid gewaarschuwd voor dit “modernisme”, dat zij de “synthese van alle ketterijen” noemden. Zij zagen dat het niet slechts een intellectuele dwaling was, maar een spirituele ziekte die de fundamenten van het geloof en de beschaving zou aantasten.
De moderne wetenschap, die in haar essentie een verzameling meetmethodes en modellen is – constructies van de menselijke geest om de werking van de materie te beschrijven – werd verheven tot een nieuwe religie die de ultieme verklaring voor alles zou bieden. Men vergeet daarbij dat een wetenschappelijk model, zoals dat van een atoom, een hulpmiddel is om de werkelijkheid te benaderen, maar niet de Werkelijkheid zelf is. Zoals G.K. Chesterton scherp observeerde, is het de logicus die de hemel in zijn hoofd probeert te krijgen, en het is zijn hoofd dat splijt. De dichter, de mysticus, aanvaardt het mysterie en blijft daardoor juist geestelijk gezond. De moderne mens, die alles wil verklaren en beheersen, verliest het vermogen tot verwondering en wordt, in de woorden van Chesterton, de “man die alles heeft verloren behalve zijn rede.”
De Mens in de Schepping: Een Bijzondere Rol
Binnen de goddelijke orde van de schepping neemt de mens een unieke plaats in. Geschapen naar Gods beeld en gelijkenis, zijn wij geroepen om als rentmeesters over de aarde te heersen en haar te bewerken. Dit is geen vrijbrief voor uitbuiting, maar een verheven roeping die een grote verantwoordelijkheid met zich meebrengt. God verlangt van ons dat wij leven in overeenstemming met de orde die Hij heeft ingesteld.
De Colombiaanse denker Nicolás Gómez Dávila, een scherp criticus van de moderniteit, herinnerde ons eraan dat hiërarchie een fundamenteel kenmerk is van elke gezonde orde, zowel in de Kerk als in de staat en de maatschappij. De moderne ideologieën van liberalisme, socialisme en democratie, die de soevereiniteit van God afwijzen en de mens of het “volk” vergoddelijken, zijn voor Gómez Dávila de bron van decadentie en corruptie.
Wanneer wij buiten de door God gegeven orde leven, ontstaan er onvermijdelijk problemen. Onze ziel, geschapen voor God, is rusteloos totdat zij rust in Hem, zoals de heilige Augustinus beleed. Een leven buiten de goddelijke orde is een leven in onrust, een bron van innerlijke conflicten en existentiële leegte. De Franse schrijver Léon Bloy, een man van radicale en onverzettelijke katholieke overtuiging, zag de moderne wereld als een plek van ballingschap en leed, juist omdat zij God had verlaten. Zijn leven in armoede was een getuigenis tegen een wereld die rijkdom en comfort verafgoodt, maar de ziel laat verhongeren.
De Wanorde van de Moderne Wereld
Alle pogingen om de goddelijke orde te doorbreken en een eigen, menselijke orde te stichten, zijn tot mislukken gedoemd en niet op waarheid gebaseerd. De geschiedenis is een lange getuigenis van deze nutteloosheid. De revolutionaire terreur, de totalitaire ideologieën, de lege beloften van een aards paradijs – het zijn de stuiptrekkingen van een wereld die haar anker in het transcendente heeft verloren. De Savoyaardse filosoof Joseph de Maistre stelde dat elke politieke orde die niet op een goddelijk fundament rust, uiteindelijk in anarchie of tirannie vervalt. Voor hem was de oorsprong van elke legitieme autoriteit in mysterie gehuld, een afspiegeling van de soevereiniteit van God.
Vandaag de dag zien we de gevolgen van deze wanorde overal om ons heen. De epidemieën van burn-outs, depressies en de alomtegenwoordige “ondraaglijke lichtheid van het bestaan” zijn geen louter psychologische of economische problemen. Het zijn de symptomen van een ziel die haar plaats in de kosmos kwijt is. De moderne maatschappij, met haar obsessie voor productie, consumptie en de illusie van zelfcreatie, is een fundamenteel onmenselijke omgeving. René Guénon, een andere traditionalistische denker, beschreef de moderne tijd als de Kali Yuga, het duistere tijdperk, gekenmerkt door materialisme, de teloorgang van spirituele traditie en een versnippering die leidt tot de finale ontbinding.
De Weg Terug: Observatie en Overgave
De goddelijke orde is dus geen kwestie van “geloof” in de zin van een subjectieve mening. Het is een waarheid die gebaseerd is op de observatie van de werkelijkheid en de geopenbaarde Waarheid die ons door de Kerk wordt voorgehouden. Deze waarheid was in wezen al duidelijk voor het Joodse volk, dat leefde naar de Wet die God hen had gegeven.
De oplossing voor de crisis van de moderne wereld en de onrust van de individuele ziel ligt niet in nog meer menselijke projecten, maar in de terugkeer naar de orde. Dit vraagt om een houding van nederigheid en overgave. Het erkennen dat wij schepselen zijn en geen scheppers. Het is de weg van de heiligen, van de mystici, van allen die begrepen hebben dat ware vrijheid niet ligt in het doorbreken van grenzen, maar in het liefdevol aanvaarden van de orde waarin God ons heeft geplaatst.
Want zoals Gómez Dávila schreef: “De moderne wereld zal niet gestraft worden. Zij is de straf.” De enige uitweg is het afwijzen van haar leugens en het opnieuw omarmen van de “waarheid die niet zal sterven.” Alleen dan kan onze rusteloze ziel de vrede vinden die zij zoekt, in de harmonie van de goddelijke schepping.

Geef een reactie