Idolatrie van het Ik: Hoe de Moderne Mens Zichzelf op Gods Troon Zette

We leven in een tijd van schijnbare menselijke almacht. We vieren onze wetenschappelijke triomfen, onze technologische wonderen, en het vermogen om de natuur naar onze hand te zetten. De mens, zo lijkt het, heeft de regie over zijn eigen lot en de wereld stevig in handen. Maar in deze zelfverheerlijking is een fundamentele waarheid verduisterd: de erkenning van God als de uiteindelijke Oorzaak en Schepper. Dit artikel betoogt dat de moderne verschuiving, waarbij de mens zichzelf centraal stelt en God naar de marge verdringt, niet slechts een neutrale observatie is, maar een diepgaande misvatting – een vorm van arrogantie en zelfs idolatrie die ons afleidt van de ware orde der dingen.

De Wereld van Gisteren: God als Bron en Middelpunt

Voordat de mens zich in zijn eigen kunnen verloor, was de realiteit doordrongen van het goddelijke. Ziekte en genezing, voorspoed en tegenslag, de harmonie van de kosmos – alles wees uiteindelijk terug naar Gods voorzienigheid en scheppingskracht. De bouwers van onze kathedralen, vaak anoniem, werkten ad maiorem Dei gloriam (tot meerdere eer en glorie van God). De liturgie, de sacramenten, de gemeenschap van de Kerk – alles was gericht op het erkennen en eren van God. Menselijke waardigheid was onlosmakelijk verbonden met het geschapen zijn naar Gods beeld (imago Dei), en het menselijk streven was gericht op het beantwoorden aan Gods roeping. De orde was helder: God eerst, dan de mens in dienst van Zijn plan.

De Grote Usurpatie: Hoe de Mens Gods Plaats Innam

De verschuiving die we observeren is er een van usurpatie. De mens heeft de attributen en de plaats van God voor zichzelf opgeëist. Dit wordt pijnlijk duidelijk in diverse domeinen:

  • Genezing: De Arts als Afgod, Gods Helende Hand Vergeten
    We vertrouwen blindelings op medische wetenschap en technologie, en danken de arts voor herstel. Maar wie gaf de arts zijn kennis en het lichaam zijn vermogen tot genezen? De dankbaarheid en erkenning voor Gods helende kracht, die vaak wonderbaarlijk werkt, ook waar de wetenschap faalt, is verdrongen door een eenzijdig vertrouwen in menselijk kunnen.
  • Voedsel: De Arrogantie van Zelfvoorziening
    We prijzen de efficiëntie van de landbouw en de wetenschap die gewassen “creëert”. Maar wie schiep de aarde, de zon, de regen, de vruchtbaarheid zelf? Het is een miskenning van onze fundamentele afhankelijkheid van Gods gaven als we menen zelf de ultieme producenten te zijn.
  • Kennis van de Kosmos: Het Genie als Nieuwe God
    De omschrijven van natuurwetten door figuren als Kepler wordt vaak gepresenteerd als een triomf van menselijk intellect die God overbodig maakt. Maar Kepler zelf zag zijn werk als het ontdekken van de door God geschapen orde. De moderne interpretatie, die de wetenschapper verheft tot een soort autonome schepper van kennis, is een verdraaiing. De “naam” Kepler wordt een afgodsbeeld, terwijl de Schepper van de sterren genegeerd wordt.
  • Kunst en Sport: De Idolatrie van het Individu
    De moderne verering van kunstenaars en sporthelden grenst vaak aan idolatrie. Waar kunst en spel ooit ingebed konden zijn in een groter, zingevend kader (lofzang, gemeenschap, spelvreugde als gave), worden ze nu vaak platforms voor zelfverheerlijking en de aanbidding van menselijk talent als doel op zich.

De “Engineering” van de Goddeloosheid: Een Historische Dwaling

Deze usurpatie is niet uit de lucht komen vallen. Het is het resultaat van een historische dwaling, een “engineering” van een wereldbeeld dat God doelbewust buitensluit:

  • De Bourgeoisie en de Verleiding van Autonomie: De opkomende burgerij, gefocust op eigen verdienste en rationele controle, was vatbaar voor het idee van menselijke autonomie, los van goddelijke autoriteit. Dit materialistische en individualistische streven vormde een vruchtbare bodem voor het vergeten van God.
  • Intellectuele Hoogmoed:
    • De Renaissance, met haar focus op de mens, bevatte al de kiem van een humanisme dat kon ontaarden in antropocentrisme (de mens als middelpunt).
    • De Verlichting, met haar eenzijdige verheerlijking van de rede, leidde vaak tot een afwijzing van geloof en openbaring, en een gevaarlijk geloof in de zelfredzaamheid van de mens. De “mondige mens” werd de mens die meende God niet meer nodig te hebben.
  • De Normalisatie van Arrogantie:
    Door onderwijs, cultuur en media is een wereldbeeld gepropageerd waarin God irrelevant is geworden voor het dagelijks leven en de grote vragen. Wetenschappelijk succes wordt misbruikt om geloof te ondermijnen, in plaats van het te zien als een dieper inzicht in Gods schepping. Deze “manier van kijken” is zo dominant geworden dat het als “natuurlijk” wordt ervaren, terwijl het in feite een breuk is met de fundamentele waarheid van onze afhankelijkheid van God.

De Naam en de Leegte: Waarom de Mens Niet Genoeg Is

De focus op de “naam” van de menselijke presteerder – de wetenschapper, de kunstenaar – is een symptoom van deze dwaling. Het is een poging de leegte te vullen die ontstaat als God wordt vergeten. Maar geen mens, hoe geniaal ook, kan de plaats innemen van de eeuwige God. Het universum en zijn wetten bestonden lang voor Kepler ze beschreef, en zullen bestaan lang nadat zijn naam is vergeten. De ware orde is dat de mens geroepen is Gods schepping te beheren en te doorgronden, niet om zichzelf als schepper op te werpen.

Conclusie: Terug naar de Oorsprong – De Noodzaak van Heroriëntatie

De verdrijving van God uit het menselijk besef is niet slechts een neutrale, sociologische ontwikkeling; het is een fundamentele fout, een daad van collectieve arrogantie met ernstige gevolgen. Het leidt tot een verlies van zin, een gebrek aan een vast moreel anker, en een gevaarlijke zelfoverschatting. De moderne mens, die zichzelf op Gods troon heeft gezet, vindt uiteindelijk slechts leegte en verwarring.

Vanuit katholiek perspectief is de weg vooruit duidelijk: een terugkeer naar de erkenning van God als de uiteindelijke Oorzaak, de Schepper, en de Heer van de geschiedenis. Dit betekent niet het ontkennen van menselijke prestaties of wetenschappelijke vooruitgang, maar het plaatsen ervan in het juiste perspectief: als gaven en mogelijkheden die ons door God zijn geschonken, en die we dienen te gebruiken tot Zijn eer en ten dienste van de naaste. De ware vooruitgang ligt niet in het verdrijven van God, maar in het herontdekken van onze plaats in Zijn scheppingsorde. Het is tijd om de idolatrie van het ik af te breken en de troon terug te geven aan Hem aan Wie alle eer toekomt.


Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *